Het is gebruikelijk dat de eigenaar van de teef voor de dekking een vergoeding betaalt aan de eigenaar van de reu.
Meestal spreekt men af dat de dekking  éénmaal of tweemaal rond het vruchtbare moment zal plaatsvinden. De reu-eigenaar kan de teef-eigenaar vragen om progesteron te laten testen en zich pas te melden op het moment dat de teef daadwerkelijk aan dekken toe is. Het is gebruikelijk dat de teef naar de reu toekomt.

De basisregels voor de omgang met dekgeld zijn te vinden in de International breeding rules of the FCI.
Daarin wordt aangeraden dat de eigenaar van de reu en de teef dit onderwerp uitdrukkelijk bespreken en de afspraak vooraf op schrift vastleggen (artikel 2). In de artikelen 9, 10 en11 staan aanwijzingen over de betaling van de vergoeding.
Als de vergoeding een puppy uit het nest zal zijn, wordt aanbevolen praktische details vast te leggen over het moment van maken van de keuze en het ophalen van de pup.

Voor leden van de Nederlandse Chow Chow Club die fokken volgens het VFR is een NCCC Dekovereenkomst beschikbaar, zie hier.

De eigenaar van reu en teef kunnen overigens afspreken wat ze willen, dit is puur een zaak tussen twee personen.
De rasvereniging heeft hiermee niets van doen, niet met de overeenkomst en niet met de prijs.
Wil een reu-eigenaar advies dan kan hij terecht bij de fokker van zijn reu en/of bij het bestuurslid van de NCCC belast met het geven van rasinfo.

Er zijn twee tradities voor het betalen van dekgeld.
De ene is betaling van een bedrag ineens, meteen na de dekking.
De andere is betaling afhankelijk van het aantal pups. In dat laatste geval wordt ook wel eens bepaald dat voor de dekking zelf een klein bedrag wordt voldaan.
Zoals boven aangeduid is de derde optie dat wordt afgezien van dekgeld, en dat de reu-eigenaar in plaats daarvan een puppy krijgt. Daarmee mag die doen wat hij wil. Ook verkopen dus. Niet elke fokker vindt dit een plezierig vooruitzicht.

De hoogte van het dekgeld kan een relatie onderhouden met kenmerken van de reu. Een reu-eigenaar kan ervoor kiezen om bij de  vergoeding rekening te houden met bijvoorbeeld kosten die hijzelf voor de reu heeft gemaakt (aanschafprijs, kosten van onderzoeken of showbezoek), met speciale kwaliteiten van de reu (showsucces, bewezen kwaliteit als vererver van gezondheid, schoonheid of karakter), met zijn zeldzaamheidswaarde (importreu met ‘nieuwe’ genen) of met zijn mate van ervaring als dekreu.
Redeneren vanuit marktwaarde bij dekprijsbepaling is een optie, maar denken vanuit andere waarden is eveneens mogelijk. Dat is geheel aan de eigenaar van de reu. De prijs kan soms ook variëren afhankelijk van de relatie met de eigenaar van de teef. Zo kan er sprake zijn van een andere prijs als de reu- en de teef-eigenaar bevriend zijn, of aan eenzelfde fokplan werken, ten opzichte van de prijs die voor de dekking van de teef van een onbekende wordt gevraagd.  

Als voor betaling een vast bedrag is overeengekomen, is het gebruikelijk dat de teef-eigenaar dat voldoet meteen na de dekking.
Wordt de teef niet drachtig, dan kan de reu-eigenaar bij het maken van de afspraak aanbieden dat de teef bij een volgende loopsheid voor een gratis dekking mag terugkomen. Of hij kan in de overeenkomst vastleggen dat een deel van het dekgeld wordt terugbetaald (artikel 12).
Blijkt de reu bij dierenartsonderzoek op het moment van dekking onvruchtbaar te zijn geweest dan hoort de reu-eigenaar de hele bedrag terug te betalen.

Als de afspraak is dat het dekgeld wordt berekend aan de hand van het aantal levende pups, dan is het verstandig vast te leggen op welk moment dat aantal wordt bepaald –  in eerste dagen na de geboorte kan immers nog wel eens een pup sterven – en wanneer zal worden betaald.
Betalen per puppy veronderstelt vertrouwen van de reu-eigenaar in de teef-eigenaar, zeker als betaling pas voldaan hoeft te worden als de pups zijn verkocht. Deze methode past dus goed bij een fokkerij die wordt gezien als gezamenlijk beoefende liefhebberij.

Artikel 2.4 van het NCCC Verenigingsfokreglement bepaalt dat een reu twee dekkingen per jaar mag geven en zes gedurende zijn hele leven. Deze aantallen gelden voor dekkingen die nesten opleveren die bij de Raad van Beheer worden geregistreerd. Dekkingen van teven wonend in het buitenland tellen hiervoor niet mee, die vallen niet onder de regels van de NCCC en van de Raad van Beheer.
Het advies aan reu-eigenaars is om net zo secuur na te denken over een combinatie als een teef-eigenaar doet, en de maximaal zes Nederlandse dekkingen te bestemmen voor zinvolle combinaties.

© J.Leunissen-Rooseboom/NCCC. Overname alleen toegestaan na schriftelijke toestemming