De Chow Chow is een oud ras. In de standaard staat: “De voorouders van de Chow worden toegeschreven aan China, waar hij werd gehouden als waakhond en ook werd gebruikt om te jagen. De Chow is meer dan 2000 jaar bekend in China en is verwant aan de spitsen van het Scandinavische type, ook is er enige verwantschap aan de mastiff. Doordat China een "gesloten deur" beleid had ten opzichte van de rest van de wereld kwamen er pas Chows in andere landen rond 1800. Hij vond zijn weg naar Engeland in de late 18e eeuw en viel daar pas echt op in de 20'er jaren van de 19e eeuw toen er een aantal op de Crufts werden geshowd” (vertaling vanuit het Engels).
Zo’n 3.000 jaar geleden kwam de Chow Chow vanuit Siberië naar China. De Chow Chow ontwikkelde zich daar van veehoeder tot erfhond en had veel taken: jagen, ongedierte verdelgen, waken en trekken. Daarnaast werd het vlees gegeten en de vacht gebruikt voor kleding. Aan het hof en in kloosters werd de Chow Chow gehouden om te dienen als jachthond, waakhond en gezelschapshond.
Vanaf het einde van de 17e, begin van de 18e eeuw leven er Chow Chows in Nederland. In de eerste helft van de 20e eeuw werden veel Chow Chows geïmporteerd vanuit Engeland, het land van patronage van de Chow Chow.
Op dit moment zijn er maar weinig Chow Chows in Nederland, er worden de laatste jaren ook maar weinig Chow Chows in Nederland geboren.
Chinees beeldje van hond met tuigje uit de Han-periode, 150vC, dat verwijst naar de oorsprong van de Chow Chow